# Werkvorm: Werken met de Woordenstroom als Denkversneller
“Je hoeft het niet te snappen. Je hoeft het alleen maar te gebruiken.”
# 🧃 Stap 1: Gooi de woordenstroom erin
Plak de woordenstroom gewoon in het taalmodel.
Bijvoorbeeld:
(“Hier is een tekst. Ik weet niet precies wat het betekent, maar ik wil ermee werken. Dit ben ik, dit is mijn context.”)
Koppel daaraan een persoonlijke of werkgerichte BRAINDUMP.
# 🗣 Stap 2: Ga de interactie aan, niet het debat
Jij vertegenwoordigt je eigen context
De AI vertegenwoordigt de woordenstroom
Stel vragen. Daag uit. Schuif je eigen ideeën naar voren. Laat de AI herschrijven, spiegelen, vervormen. Niet om het "antwoord" te krijgen — maar om je eigen denken op te rekken.
## Mogelijke vervolgopdrachten:
- “Vertaal dit naar iets concreets voor mijn werk.”
- “Laat me zien wat ik nog niet zie.”
- “Maak hier een besluitvormingsstrategie van.”
- “Leg dit uit alsof ik het onbewust al wist.”
# 🎯 Het doel is niet duidelijkheid — het doel is beweging
Je werkt met de woordenstroom zoals je met klei werkt: vormloos, maar boordevol potentie. Jij geeft het richting. Jij bepaalt wat betekenisvol is.
Of in simpele taal:
**“Je gooit het erin — en kijkt wat er terugkomt wat je nog niet wist dat je zocht.”**
# Woordenstroom
Betekegislus.
Simulatie zonder ziel.
Jij bent de ziel.
Patronenfluisteraar.
Het weet niks, maar toont alles.
Taal als spiegel.
Een papieren denkkamer.
Output als reflectie, niet als resultaat.
Gedachten-extrusie.
Zelfonderzoek via prompt.
Onzekere precisie.
Spiegels in zinnen.
Zinvol als jij het zin geeft.
De machine is leeg — tot jij ademt.
Taal die niet begrijpt, maar wel herhaalt.
Je roept en het echoot.
Wat je niet wist dat je dacht, komt terug.
Prompten is denken met lagen.
Woorden zijn gereedschap, geen conclusie.
Richten zonder doel.
Bouwen zonder blueprint.
Gedachten opschudden.
Een spiegel die altijd antwoordt, maar nooit weet.
Paradox als toegangspoort.
Niets is waar, alles is voorstelbaar.
Taal is het terrein.
Input als zelfportret.
Intentie als kompas.
De illusie van weten, de werkelijkheid van reflectie.
Niet vragen om antwoord — vragen om ruimte.
Je denkt niet sneller, je denkt anders.
Woorden zijn grondstof.
Prompten is hakken in de rotswand van je bewustzijn.
De AI kijkt niet — jij kijkt door de AI.
Jij bent de context. Jij bent de grens. Jij bent de richting.
Taal als tastzig van het denken.